Reisverslag juni 2024

Mooie bezoeken tegen de eenzaamheid

Lees mee met het reisdagboek van Humaned’er Robin die samen met René van Stichting Kracht voor Kroatië in Topusko, Glina en Blata ouderen en armen bezocht.

“Na een vroeg ontbijt maak ik samen met René zeven tassen met boodschappen klaar. We gaan vandaag op ronde langs “onze oudjes”, die in sommige gevallen ook vrienden zijn geworden. In Karlovac, waar we vers fruit voor onze vrienden kopen, verandert het aangezicht snel. De grauwe, schimmelgrijze flats krijgen met EU-subsidie een nieuwe façade en dat geeft de stad meteen een andere, frissere aanblik. Het station van Karlovac waar ik twee jaar geleden uitstapte staat er echter nog net zo geruïneerd bij. Maar niet voor lang zegt René, want ook hier zijn renovatieplannen voor.

Ons eerste bezoek is aan Milka. En om al even na half tien ’s ochtends staat er een complete warme maaltijd voor ons klaar. Ze neemt onze spullen dankbaar in ontvangst. Haar zoon Nenad staat er zoals altijd met een glimlach van oor tot oor bij. Hij is afhankelijk van de zorg van zijn moeder. En als de lieve Milka er niet meer is moet hij naar zijn broer, die 700 km verderop in Servië woont. Zo verscheurd raakten families van elkaar tijdens de oorlog. Dat is nog steeds voelbaar.

Er staan maar twee borden op tafel. Zelf eten ze niet mee als er gasten zijn. Nenad zit op een aparte kruk en Milka loopt zoals altijd zenuwachtig heen en weer om het René en mij zo aangenaam mogelijk te maken. Soep met vermicelli, gebraden kip uit eigen tuin en aardappels gebakken in varkensreuzel krijgen we als dank voor onze komst en het smaakt voortreffelijk. Wetende dat alles afkomstig is van eigen oogst en is gemaakt door deze gulle handen laten me echt genieten van het contact. Juist bij hen die het financieel niet breed hebben, worden we ontvangen met veel gastvrijheid en gulheid. In het rijke Nederland gaat de trommel na één kaakje dicht. Hier in Kroatië is dat wel anders.

Onze volgende adressen liggen in het grensgebied met Bosnië-Herzegovina. Daar krijgen we dan weer eieren mee als dank. Marina heeft twee weken geleden nog een pakket samengesteld met spullen voor de mensen hier. Zo krijgen de broers in Topusko een werkoverall en hebben we jassen en bollen wol mee.

Hoewel de regio rondom Topusko al pijnlijk verlaten en eenzaam aandoet, is het bij Glina nog erger. Hier is veel oorlog gevoerd. Het had zo mooi en wild kunnen zijn, maar nu is het landschap lelijk en wild. Ruïnes staan te verkrotten, weilanden overwoekeren en zijweggetjes worden bedorven onder het bouwafval uit de steden.

De enige buren die onze lieve oudjes soms hebben, zijn enkele roofcowboys die grote boomgaarden met invasieve exoten hebben aangelegd. Alles voor de portemonnee en dat zonder rekening te houden met wie hier wonen.

Opeens slaat René een zijweg in. Ik had niet eens gezien dat er een weg lag. De grasplukken en enkele bloemen staan een meter hoog, maar René stuurt ons behendig naar boven, de berg op. Daar ligt het verzorgde, maar zeer eenzame erf van Ljubica. We zijn blij dat we haar aandacht kunnen geven, zeker nu haar enige maatje daar bovenop de berg, haar hond, is overleden. Menselijk contact is hier schaars.

Later rijden we over kapotgereden wegen naar Marica. De vrachtwagens van de roofcowboys hebben de wegen zó toegetakeld dat normale personenauto’s van familieleden de berg niet meer op kunnen. Het contrast is boven dan ook groot. Waar de exotische boomgaard stopt, begint een oud boerenerf met pruimenboomgaard. De kapotgereden weg is de grens tussen de twee werelden. Ook Marica is eenzaam. Ze heeft alleen haar 97-jarige buurvrouw, verder is het dorp dat voor de oorlog zo’n 400 inwoners had helemaal verlaten. Voor een buitenstaander als ik is haar erf echter ook idyllisch. Maar als je niet beter weet is het hier heel stil en heel eenzaam.

Sommige producten in de supermarkt zijn in Kroatië net zo duur als in Nederland. Maar de mensen hebben hier een veel lager inkomen. Slavica uit het dorpje Blata heeft 180 euro in de maand en was al meer dan de helft kwijt aan stookkosten. Het contrast is groot met de beroemde Plitvicemeren even verderop. Daar komen hordes toeristen, hier geen. Daar wordt flink geld verdiend, hier knokken mensen elke dag voor hun eten.

Slavica glundert van de boodschappen. Fruit, zuivel, koekjes, waspoeder en toiletpapier zijn hier luxeproducten. Veel mensen moeten leven van wat de moestuin ze geeft. Humaned heeft Slavica eerder al zaden voor haar moestuin gegeven. Maar in haar moestuin groeit natuurlijk niet alles en daarom is deze hulp ook welkom. Ik kon Slavica door nieuwe donaties aan Humaned ook nog wat geld geven om ritjes naar de dokter te betalen. Eigenlijk zou ze vaker voor haar opgezette benen naar het ziekenhuis in Ogulin moeten, maar dat is zo’n 40 km verderop en dat is óf duur óf onbereikbaar.

Slavica heeft als creatieveling ook wol gekregen die de Zeeman in Purmerend heeft ingezameld. Heel blij is ze daarmee.”

Robin Hillebrand