Maandagochtend om half 7 rollen Paul Versloot en Marina Molenaars hun koffers richting bus en trein. Wij reizen naar Kroatië per trein om daar voedselpakketten uit te gaan delen. De treinreis is ons de vorige twee jaren goed bevallen en daarom weer deze keuze gemaakt. De maandag is München ons doel waar we aan het einde van de middag aankomen. Deze dag hebben we de eerste grenscontrole meegemaakt. Vandaag is hier een start mee gemaakt wat een oponthoud van 15 minuten geeft. Gelukkig hebben we een ruime overstap in Keulen en verloopt de reis naar wens. Dinsdag, dag twee, reizen we door Oostenrijk en hebben we een overstap in Graz en in Slovenië op een klein station. Het is dan al half zeven en bijna alle reizigers verdwijnen van het perron naar huis of elders. Het is aardedonker en we zien geen huis in de omgeving van het treinstation. Een jongedame met twee koffers is ook achtergebleven op het perron. Ze vraagt of wij op haar koffers willen passen omdat ze naar het toilet wil. Dan doen we voor haar. Als ze terugkomt vraagt ze of ze bij ons mag blijven staan omdat ze het zo eng vindt op dit perron. Natuurlijk hebben wij hier begrip voor en starten een heel gesprek met haar. Dan komt er een heel verhaal uit de luidsprekers van het perron. Het is in de Sloveense taal en wij verstaan er geen woord van. De jongedame vertaalt voor ons en zo hebben we echt wat voor elkaar kunnen betekenen. We zijn erg blij als de trein naar Zagreb aan komt rijden. Het is voor ons voor deze dag het einddoel. Het is bijna 21.00 uur en we zijn blij met onze hotelkamer zo dicht bij het station.
Woensdag 11 december rusten we uit en maken een wandeling door Zagreb wat uitbundig versierd is met kerstverlichting. We onderzoeken welke trein we de volgende dag naar Slavonski Brod moeten hebben. Donderdag nog 4 uur treinen en dan komen we aan in Slavonski Brod. Pastoor Zdravko Duvnjac haalt ons van het station en zijn vrouw Lilian heeft een warme lunch voor ons gemaakt. We slapen in het Centrum “De Drie Engelen”. De pastoor heeft zijn bed aan ons afgestaan. Na het eten ga ik een kijkje nemen bij de kinderopvang in het pand. De kinderen hebben hun middagslaapje gedaan en worden langzaam wakker. Dochter Varona heeft een strak programma waardoor de kinderen weten wat hun te wachten staat. Bijna 20 kinderen kan Varona per dag hebben. En zo te zien hebben ze het allen erg naar hun zin.
Vrijdag 13 december komen mijn broer en zijn vrouw met hun bus uit Hongarije om ons te helpen met het kopen van het voedsel en maken van de voedselpakketten. Sinds een paar maanden woont mijn broer maar twee en een half uur rijden van Slavonski Brod en wij wilden onze hulpverlening erg graag met hen delen. We wilden Lilian en Zdravko ook sparen gezien Lilian een paar weken hiervoor nog in het ziekenhuis heeft gelegen met hartproblemen. We hebben wel in overleg met hen de samenstelling van de pakketten besproken. Vrijdagavond hebben we de pakketten in kersttassen klaargezet bij de kerstboom in de kerkzaal. Het ziet er heel sfeervol uit. De ruimte waar kinderen worden opgevangen is omgetoverd tot een kerkzaal waar de volgende morgen om 10:00 uur de kerkdienst begint.
Mijn broer en vrouw zijn blijven slapen en zij zien hoe enthousiast wij begroet worden door de kerkbezoekers. Het is een dienst waar wij niet veel van verstaan. Lilian wil de kerkdienst wel voor ons direct vertalen, maar wij vinden dit te veel afleiding en storing geven. Varona legt na afloop uit waar de preek over is gegaan. Er wordt muziek gemaakt en gezongen. Het is een warme bijeenkomst. Na afloop krijgen de bezoekers een klein kerstpakketje van ons. De armere krijgen later een grootpakket. Na de dienst gaan we naar een Hostel waar 18 Oekraïense vluchtelingen worden opgevangen. Zdravko heeft gevraagd of wij voor hen een kerstpakketje wilde maken. Natuurlijk willen wij dat. Hij vertelde dat de mensen uit zijn omgeving niet veel voor deze vluchtelingen over hebben. Deze mensen hebben een klein kamertje met bed en stoel. Zij krijgen warm eten en brood en 50 euro per maand voor persoonlijke uitgave. De vraag was of wij chocopasta in het kerstpakket wilde doen omdat ze wel brood krijgen maar niets lekkers erop. En of wij tandpasta en handzeep wilden geven, want ook toiletartikelen krijgen zij niet. Het pakket gevuld met een kerstbrood, koek en snoep, broodbeleg en wat toiletartikelen. En een envelop met 10 euro zodat ze maandverband of zo kunnen kopen. Het was een gemêleerde groep van dames, 3 heren, jonge meisjes. Het pakket werd in dankbaarheid ontvangen. Paul vroeg of er een kerstlied gezongen kon worden. En ja, met z’n allen zongen zij een mooi kerstlied. Aan het einde van het lied stonden we allen met de tranen in de ogen. Deze mensen zijn niet thuis met kerst, hebben zij nog wel een huis? Hebben zij nog wel familie? En nog meer vragen gingen er door ons heen terwijl zij daar zo mooi voor ons stonden te zingen.
Na deze missie zijn we met elkaar in het centrum aan tafel gegaan en heeft Lilian ons verwend met een echt Kroatisch gerecht “Sarma”, heerlijk gekruid gehakt in een koolblad gevouwen. Het ziet eruit als een groentenpakketje. Gezond en erg lekker. Na deze warme lunch hebben we afscheid genomen van mijn broer en schoonzus. Bij het afscheid spraken zij hun bewondering uit voor ons humanitaire werk. Voor ons was het hartverwarmend dat zij twee dagen met ons gedeeld hebben.
Hierna zijn we met Zdravko en Lilian voedselpakketten uit gaan delen in Slavonski Brod en omgeving. We zijn ook in Otocani geweest, waar één van de kerkleden voor ouderen zorgt in het dorp. Het verbaasde ons dat er in dit dorp nog zoveel huizen stonden met de kogelgaten in de muur. Het weer was grauw, de huizen mistroostig en wij liepen door de bagger naar de huizen. En dan dat blije gezicht van de oude dametjes die hier wonen. Dat gaf ons warmte en energie. Franja en zijn vrouw Magda zijn in deze omgeving echt de mantelzorgers.
Zondag 15 december verlaten wij het oosten van Kroatië en gaan naar Jastrebarsko. Zdravko en Lilian brengen ons met hun bus. Wij zijn hier erg blij mee, het spaart ons veel tijd.
Maandag 16 december haalt René ons op bij het hotel en gaan we bij de Spar in Karlovac voedsel voor 10 kerstpakketten kopen. We maken hier mooie pakketten van en na de overheerlijke koffie en een toiletbezoek rijden we naar Vojnić. Moeder Milka en zoon Nenad wonen hier. Wij hebben een kledingpakket voor hun bij ons en sportschoenen voor Nenad. Milka verwent ons met soep, kip en koekjes. Ze kookt fantastisch. De kip slacht ze zelf, verser kan niet.
Hiervandaan rijden we naar Topusko, hier is Anna ons eerste adres. “Daar is mijn zonnetje” roept ze als ze ons ziet. Anna is erg blij met het voedselpakket. De boer die in de buurt van Anna woont zijn we onderweg tegengekomen op zijn fiets. Hij heeft hier al een verbazend lang stuk op gefietst Op de foto zie je wel dat er bijna niet meer op te fietsen valt. Hij heeft stapels papier in een plastic tas bij zich. Zou dit zijn boekhouding zijn ? We spreken af met de boer dat we zijn pakket bij zijn huis neerzetten. En wel zo dat de dieren er niet bij kunnen.
We rijden verder over een slechte weg. We komen bij de vrouw zonder stroom. De nieuwe paal met elektradraden staat voor haar huis, maar er is nog geen elektra aangesloten. Ik baal dat we geen kaarsen voor haar hebben meegenomen. Ik had eigenlijk wel verwacht dat ze inmiddels wel stroom zou hebben. Half vier wordt het al donker in Kroatië. En dan zit ze in het donker, geen tv niks. Dan kruipt ze vast in bed. Wat een armoe!
We rijden door naar de twee broers, zij zijn gevlucht uit Bosnië en hebben nog geen officiële woonvergunning hier. Dus dan ook geen uitkering. Wij toeteren en een van de broers komt aanrennen. Hij vertelt dat zijn buurvrouw , de vrouw met maar één oog is overleden. We schrikken ervan. Ze is nog zo jong, begin 70 en ik had zo’n mooi kleding pakket voor haar mee. Wat is er gebeurd? Ze heeft een hersenbloeding gehad en is nog met een helikopter naar het ziekenhuis gebracht, maar heeft het niet overleefd. We zijn er stil van. Ik ben ook verdrietig omdat zij zo’n zwaar leven heeft moeten lijden. Daar is ze nu wel van verlost. We komen haar overlijdensbericht tegen op een mededelingenbord in het dorp.
We rijden verder naar een jonge vrouw van zo rond de 60 die altijd schreeuwt. Jaren terug kieperde ze de tas met voedsel direct leeg langs de weg en gooide ze de tas naar ons toe. Nu hebben we al een aardige band met haar opgebouwd. Ze wilde zelfs dicht bij me staan bij het maken van een foto. Haar handen zijn nog wel gesloten vuisten waar ze geen hand mee gaat geven. We lachen samen wat, ik weet niet waarom. Ik zie haar liever lachen dan schreeuwen. Ik ben dankbaar voor wat we hebben bereikt.
De man met polio die zo slecht loopt is niet thuis. De bakken voer voor de honden zijn goed gevuld. We laten toch maar wel een pakket voor hem achter. De armoede is hier zo groot.
We rijden verder door het bos naar een weduwe die na het overlijden van haar man bij haar dochter is gaan wonen. We zijn nu twee jaar verder en gaan kijken of ze weer in haar eigen huis woont in het bos. De weg er naar toe is slecht, maar we redden het. Er komt rook uit haar schoorsteen en ze is thuis. Ze is blij ons te zien. Ze is wel heel eenzaam. Een keer in de maand spreekt ze de postbode die haar pensioen brengt . Verder spreekt ze niemand. Haar dochter wel per telefoon. Dagen niemand spreken. Wij kunnen daar toch geen voorstelling van maken. We doen een gehaakte omslagdoek bij haar om. Heeft ze ook nog wat warmte als we weg zijn.
Uit het bos kwamen we op beter te berijden paden en zelfs weer asfalt. We stopten bij zo’n armoedig huis waarvan je denkt dat er niemand woont. Een oude dame in het zwart met een schort voor. Ze beefde met haar hele lijf. Ook zo eenzaam en blij met ons bezoek. Blij met het forse kerstpakket. Ze heeft niet veel te vertellen. Zit de hele dag in dat keukentje met het bed.Ze is depressief en heeft daar medicatie voor. Een bijwerking van die medicatie is trillen en beven. Zo blijf je in een cirkeltje draaien. Erg sneu.
Het is inmiddels donker en René brengt ons weer naar het hotel. We zien hem woensdag weer.
Dinsdag komt Predikant Nenad ons ophalen voor bezoeken aan Krnjak dat 50 kilometer onder Karlovac ligt. Bij de Spar maken we voedselpakketten en drinken we koffie. De serveerster lacht naar ons en wijst met haar vinger naar me. Altijd voor kerstmis zegt ze daarbij. En je wilt niet weten hoe groot deze Spar is en hoeveel bezoekers er zijn in de koffiebar. En toch herkent ze ons altijd. In Krnjak zijn nog 5 adressen waar we een pakket naar toe brengen.
Anka is het eerste adres. Ze heeft predikant Nenad vorige week nog op bezoek gehad. Ze kan zelf niet veel meer. Nenad heeft haar lakens uitgewrongen die zij gewassen had. Hij heeft ze ook over het lijntje te drogen gehangen. Anka krijgt weinig hulp van het Rode Kruis bijvoorbeeld, omdat het er gewoon niet is. We hebben een filmpje bij Anka thuis gemaakt. Velen van U hebben dit kunnen zien. Wie het nog niet heeft gezien, kan het vinden in het fotoalbum van deze reis.
Desa is de buurvrouw van Anka en vroeger bezochten ze elkaar door over het veld naar elkaar toe te lopen. Helaas kunnen beide dit niet meer. Alleen de schaapherder die in hun buurt woont komt nog wel eens langs. Desa haalt haar vinger over haar keel toen ik bij haar kwam. Desa wil niet meer verder leven. Ze heeft twee versleten knieën die moeten vervangen worden door nieuwe. Het probleem is dat er na deze operatie geen opvang voor Desa is waar ze kan revalideren. Wat is het in Nederland dan toch een stuk beter geregeld.
Bij de schaapherder hebben we wel een pakket in huis gezet. Hij was op pad met zijn schapen en hebben hem hierdoor niet gezien.
Milica was diep in slaap toen we bij haar aan kwamen. Ons bezoek was een complete verrassing voor haar. Ze wil graag dat we zwarte wol voor haar meebrengen de volgende keer om sokken te breien. Het laatste adres van deze dag is de familie Bunić. Het zijn de ouders van de drie meiden die wat dichter bij de bewoonde wereld wonen. Na wat babbelen met Nenad rijden we terug richting hotel. We hebben een mooie tocht gemaakt deze dag. Zo’n tien jaar komen wij al bij deze mensen om eten te brengen. Het aantal is inmiddels wel gehalveerd door overlijden. Deze dag hebben we heerlijk nog wat tijd voor ontspanning.
Woensdag 18 december, vandaag rijden we met René richting Blata na eerst voedselpakketten te hebben gemaakt bij een nieuwe supermarkt vlak bij ons hotel: Eurospin, op dit moment de goedkoopste supermarkt. Zal me niets verbazen als deze ook naar Nederland gaat komen.
In elk pakket gaat fruit wat goed bewaard kan worden en niet veel gegeten wordt. Kiwi’s bijvoorbeeld. We rijden naar het zuidwesten richting Blata en Plaški. Plaški was een industriestad waar iedereen werk had en zijn geld kon verdienen. Daar is niets meer van over. Slavica had hier ook werk en daardoor nu nog wel een pensioentje. Ze is blij dat haar inkomen van 180 euro naar 220 euro is gegaan. Ze woont in het huis van haar oom waardoor ze geen huur hoeft te betalen. Maar wel elke maand een waterbijdrage aan de brandweer moet betalen. Want als de bron geen water meer levert spuit de brandweer water. Dit water is voor het wassen en de wc. Niet voor consumptie. Bij het toilet heeft Slavica 5 liter jerrycans met water staan om de wc door te spoelen na gebruik. Een vuilnisbak voor je wc papiertje. Slavica is blij dat ze weer even iemand heeft om tegen aan te praten. Er woont niemand in haar omgeving. Er staan wat vakantiehuizen van mensen uit Zagreb. Ik verlang naar de zomer zegt ze. Dan hoor ik weer kinderstemmen. We krijgen gehaakte kleedjes mee om thuis uit te delen. Het haakgaren is op dus aan ons de eer dit bij de volgende reis mee te nemen.
Ons volgende bezoek is in de sneeuw. Een vrij steil pad naar beneden en dan is het de kunst om niet te vallen. De kleine oude dame met piepstem gaat al haar spulletjes in huis recht zetten als wij binnen zijn. Zo maken we wat mee. We houden ons bezoek kort, want het zal haar misschien wel wat stress geven.
We rijden naar Vuk, de straten zijn wel sneeuwvrij. Vuk staat buiten en lacht als hij ons ziet. De inrichting van zijn huis is armoedig maar opgeruimd en schoon. Dat zien we niet overal. Hij geniet van ons bezoek. Hij is wat verlegen. We wensen hem een fijne kerst toe.
Na Vuk rijden we naar een vrouw met een lichamelijke beperking. Ze opent de voordeur niet en in ene zien we haar uit het huis van buren komen. We zien ook een buurvrouw. Dat is mooi! Ze heeft sociale contacten. Ze vertelt dat het huis sinds kort is bewoond door mensen uit Zagreb. En dat ze leuk contact heeft met haar buurvrouw. Dat is belangrijk. We nippen een sterke drank die onze keel uitbrandt. Brrr.
Inmiddels is het donker en hebben we in twee dagen met René 500 kilometer gereden. De mensen wonen ook zover uit elkaar vandaan. We zijn tevreden over de bezoeken die we met René hebben gedaan. Hij gaat morgen nog twee adressen bezoeken in Lasinja. Die konden wij vandaag er niet bij hebben. Morgen gaan wij met Nenad de Žumberak in.
Nenad haalt ons op van het hotel. We hebben hier uitgecheckt dus ook de grote koffers gaan de auto in. Daar passen wel 8 voedselpakketten bij. We rijden naar Jarušje en moeten daar flink voor de bergen in klimmen. Hier heeft het niet gesneeuwd dus rijden we zonder obstakels. Ons eerste adres is een echtpaar van 85 plus waarvan de vrouw in een rolstoel zit. Er is een tweede man in huis die verdacht veel op de man des huizes lijkt. Ze vertellen dat dit zijn broer is van 90 en dat zij die in huis genomen hebben, omdat hij niet voor zichzelf kan zorgen. Wat gezellig voor de eenzame weduwnaar. De vrouw in de rolstoel laat de mannen wel voor haar werken. Dat doet ze goed. We snijden met elkaar worst en kaas en er wordt wat brood bij gepakt en zo zitten we te lunchen. Natuurlijk gaan we weg voordat alles opgegeten is en krijgt Nenad de restjes mee naar huis. Wat lief. Ik had mooie truien voor allen mee en nog wat kleding. Dat was daar welkom.
Aloise waar we altijd aardappels en kaantjes eten was door haar zoon opgehaald voor een ziekenhuis bezoek, dus troffen we haar niet thuis. Nenad gaat voor de kerst nog even bij haar langs met een voedselpakket.
Bij het volgende adres staat een auto, hier is bezoek van het Rode Kruis. Er wordt hout voor de man gehakt, want dat kan hij zelf niet. Mooi dat het Rode Kruis dit voor hem doet. De man met diabetes mist Frankie, zijn buurman, die in april is overleden. Ik vind het zo’n raar gezicht dat alles er nog uitziet zoals hij het verlaten heeft. De was hangt bij wijze van spreken nog buiten.
We rijden naar ons laatste adres, de dove broer en zus ze zijn al meer dan 80 jaar samen wat is dat toch bijzonder. Hun huis wordt opgeknapt en ze vinden het maar niks. Middels hun gebaren communiceren we.
Na het laatste bezoek brengt Nenad ons naar Zagreb waar we overnachten in het hotel dicht bij het station. Morgen om 7.00uur vertrekt onze trein huiswaarts. Wij zijn Nenad Jambrović dankbaar dat hij ons gebracht heeft op de plaatsen waar we moesten zijn. Hij is dankbaar voor de financiële ondersteuning van Stichting Humaned waardoor hij elke maand eten kan brengen bij de mensen in twee verschillende gebieden. Continuïteit in onze hulpverlening is zo belangrijk.
Zeer voldaan zijn wij naar huis gereisd.
Wij willen alle sponsoren die deze reis mogelijk gemaakt hebben heel hartelijk bedanken.
Wij vinden het ook fijn te kunnen vertellen dat het aantal sponsoren toeneemt.
Vergeet niet, wij doen deze humanitaire hulpverlening dankzij U allen. Ik hoop dat ik U middels dit reisverslag mee heb kunnen nemen bij het uitdelen van de kerstpakketten.
Marina Molenaars